Hoe herken je hoefbevangenheid vroegtijdig? – Voorkom blijvende schade bij je paard

Hoe herken je hoefbevangenheid vroegtijdig? – Voorkom blijvende schade bij je paard
Hoefbevangenheid is een ernstige aandoening bij paarden. Leer hier de vroege symptomen van hoefbevangenheid herkennen en hoe je snel kunt ingrijpen om blijvende schade te voorkomen.
Inleiding: Wat is hoefbevangenheid?
Hoefbevangenheid, ook wel laminitis genoemd, is een pijnlijke ontsteking van het hoefbeen en het hoefkapsel. Zonder snelle behandeling kan dit leiden tot onherstelbare schade of zelfs euthanasie. Vroege herkenning is daarom cruciaal. In deze blog leer je hoe je hoefbevangenheid vroegtijdig herkent, welke risicofactoren er zijn en wat je kunt doen om erger te voorkomen.
Waarom is vroege herkenning van hoefbevangenheid zo belangrijk?
Hoe eerder je ingrijpt, hoe groter de kans op volledig herstel. Hoefbevangenheid ontwikkelt zich vaak subtiel en kan gemakkelijk onopgemerkt blijven in het beginstadium. Door alert te zijn op vroege symptomen kun je erger voorkomen, zoals het kantelen of doorzakken van het hoefbeen.
De 7 vroege symptomen van hoefbevangenheid
Hieronder vind je de belangrijkste signalen waarop je moet letten:
1. Veranderingen in houding
Een klassiek symptoom is de ‘typische hoefbevangen houding’, waarbij het paard naar achteren leunt om druk van de voorhoeven te halen. Let ook op het voortdurend verplaatsen van gewicht.
2. Warmte in de hoeven
Een verhoogde temperatuur in één of meerdere hoeven is een vroeg waarschuwingssignaal. Controleer dagelijks met je hand op abnormale warmte.
3. Verhoogde polsslag in de beenarteriën
Een sterke, kloppende polsslag boven de koot duidt op een ontstekingsreactie in de hoef.
4. Onregelmatig of kreupel lopen
In de vroege fase kan het paard wat ‘voorzichtig’ lopen, vooral op harde ondergrond of bij draaien.
5. Verminderde eetlust of sloomheid
Sommige paarden reageren met algemeen ziek gedrag: minder eten, minder alert, of stijfheid bij bewegen.
6. Ongewone hoefgroei
Let op ringen op de hoefwand of afwijkende groeipatronen. Deze kunnen duiden op terugkerende of chronische hoefbevangenheid.
7. Gedragsverandering
Gedraagt je paard zich plots anders – prikkelbaar, stil of terughoudend? Ook dat kan een teken zijn dat er iets mis is.
Risicofactoren voor hoefbevangenheid
Paarden met de volgende kenmerken lopen extra risico:
-
Overgewicht of vetophoping bij de manenkam
-
Ponyrassen en sobere rassen (zoals Shetlanders, Fjorden, Haflingers)
-
Plotselinge verandering in rantsoen (zoals te veel suikers in voorjaarsgras)
-
Ziekten zoals insulineresistentie of Cushing (PPID)
Wat te doen bij het vermoeden van hoefbevangenheid?
1. Bel direct een dierenarts
Wacht niet af. Tijdige diagnostiek en behandeling maken het verschil tussen herstel en blijvende schade.
2. Zorg voor zachte ondergrond
Zet het paard op een zachte, schokabsorberende ondergrond zoals zand of dikke bodembedekking.
3. Stop met krachtvoer en vers gras
Verwijder suikerrijke voeding direct. Vervang dit tijdelijk door arm hooi en overleg met je dierenarts over het rantsoen.
4. Laat de hoefsmid komen
Een goede bekapping kan de druk verlichten en schade beperken. Samen met de dierenarts kan een behandelplan worden opgesteld.
Hoefbevangenheid voorkomen: dit kun je doen
-
Houd je paard op een gezond gewicht
-
Beperk de toegang tot rijk gras in het voorjaar
-
Laat je paard regelmatig bekappen
-
Vermijd plotselinge rantsoenwisselingen
-
Laat je paard testen op onderliggende aandoeningen zoals PPID of EMS
Conclusie: Ken de signalen en grijp op tijd in
Hoefbevangenheid hoeft geen doodvonnis te zijn, mits je er vroeg bij bent. Door dagelijks te observeren, risicofactoren te herkennen en op tijd te handelen, kun je ernstige schade voorkomen. Je paard rekent op jouw oplettendheid.
Geen reacties gevonden.